Hoe kun je zelf checken of je zadel goed ligt op je paard?
Leg het zadel zonder sjabrak op het paard, zet het paard vierkant een check de volgende punten:
Plaats van het zadel: Er moet voldoende ruimte zitten tussen de voorboom en de schoft. Als de kamer te breed is, zakt het zadel teveel over de schoft heen. Is de kamer te smal, dan knelt het op de schoft. Je ziet dan vaak dat het zadel te hoog en achterover ligt. Let ook op de lengte van de schoft van je paard. Sommige paarden hebben een extreem hoge en lange schoft. Voel ook verder onder de rug of de schoft vrij ligt.
Het zadel moet zo liggen, dat de schouders vrij kunnen bewegen. Het uiteinde, bovenste gedeelte, van het schouderblad, is van kraakbeen. Als daar een knellend zadel ligt, gaat dat pijn doen en zal je paard gaan krabbelen.
Achterkant zadel: Het zadel niet te lang zijn. De boom mag niet voorbij de 18e ruggenwervel (T18) van je paard komen. Dit kan je voelen door de laatste rib op te zoeken en deze naar boven te volgen. Tegenwoordig mogen de kussens wel iets voorbij de 18e ruggenwervel liggen, mits ze mee omhoog gaan; de boom moet echter niet voorbij T18 gaan.
Ruggengraat: De ruggengraat moet mooi vrij liggen en vrij kunnen bewegen. Daarom moet er genoeg ruimte zijn tussen de kussens. De kussens moeten de druk gelijkmatig verdelen. Vaak zie je keiharde of hobbelige kussens. Dan is het tijd om je zadel opnieuw te laten vullen.
Singel: Investeer in een goede singel! Je kan een singel nemen met of zonder elastiek. Kies je voor een singel met elastiek, let er dan op dat dit sterk is en aan beide zijden zit. Niet aan één kant, want dan trek je het zadel scheef. Let er bij het aansingelen op, dat je het aan beide kanten gelijk doet: dus bijvoorbeeld allebei de kanten in het zesde gaatje en niet links in het tweede, rechts in het achtste.
Het beste is een singel zonder elastiek; zadels zullen stabieler liggen en het is voor je paard het prettigst.
Helaas is een singel vaak het ‘sluitstuk’ als er al een zadel is gekocht, wat ik jammer vind. Een singel is ook essentieel voor het welzijn van je paard.
Balans zadel: Het diepste punt van het zadel moet in het midden liggen. Leg maar eens een pingpongballetje op je zadel om te checken of het dieptepunt op de juiste plek zit.
Rijden: het statisch bekijken van je zadel, is 1/3 van het hele zadelpassen. Om een zadel echt goed te beoordelen, moet je ook in alle drie de gangen rijden. Laat iemand kijken of je zadel stabiel en recht ligt. Als een zadel naar links of rechts gaat, kan dit komen doordat de ruiter scheef is, het paard je op links of rechts zet, of het zadel is scheef. Als het zadel klappert, is of de boom niet geschikt, of het is te wijd. Als een zadel naar voren glijdt, ligt dat meestal aan de confirmatie en/of beweging van je paard of je manier van rijden. Vooral in galop hebben zadels de neiging naar voren te glijden.
Tenslotte: Kijk goed naar je paard en zijn reacties; een paard vertelt altijd de waarheid!